Bijbeltekst
Een pelgrimslied van David.
1: Was de HEER niet voor ons geweest, – Israël, blijf het herhalen –
2: was de HEER niet voor ons geweest toen de mensen zich tegen ons keerden,
3: ze hadden ons levend verslonden, zo hevig was hun woede.
4: Dan had het water ons meegesleurd, de stroom ons overspoeld,
5: wij zouden zijn overspoeld door het ziedende water.
6: Geprezen de HEER, die ons niet ten prooi gaf aan hun tanden:
7: wij zijn als een vogel ontsnapt uit het net van de vogelvangers, het net is gescheurd en wij, wij zijn ontkomen.
8: Onze hulp is de naam van de HEER die hemel en aarde gemaakt heeft.
Uitleg Tekst
David schreef deze psalm waarschijnlijk na een voorval waarbij het volk van Israël gered werd door God voor een verschrikkelijk gevaar dat hun hat kunnen uitroeien. Wat voor gevaar dit was, kunnen we niet uit de psalm halen. Wat we wel zien is dat David aan het volk wil kenbaar maken dat deze redding van het gevaar enkel te danken is aan God en zijn werk is. Hijzelf neemt er geen eer voor, en legt de eer volledig onder de krachtige en machtige beschermde God. Dit moeten ze blijven herhalen en kenbaar maken onder heel het volk.
“1: De HEER heeft ons geholpen. Kom, maak dat overal bekend!” – Bijbel in Gewone Taal
- David vermeld in wat voor gevaar hun volk was terecht gekomen en de gevolgen dit voor hun had kunnen hebben (v1-5)
- David geet God alle eer voor de ontsnapping aan dit kwaad (v6-7)
- David haalt moed uit het feit dat ze God kunnen vertrouwen (v8)
Zo mogen we ook weten dat Jezus Christus ons verlost heeft van alle gevaar en we hem mogen vertrouwen op het knappe werk om ons te beschermen. Het grote werk van de genade van Jezus Christus van dewelke we verlost zijn van de krachten van de duisternis
Weer een lied van graden van David
Tekst uit Bijbel in Gewone Taal
De tekst uit de Bijbel in Gewone Taal gebruikt andere woorden en zinnen en laat ons zien wat er bedoelt wordt met de vergelijkingen die David maakte naar wat dat hen overstroomde, tanden van een dier, vogel die niet in de val van een vogelstrik raakte.
2: De Heer heeft ons geholpen toen onze vijanden ons aanvielen.
3: Anders hadden ze ons vernietigd, zo woedend waren ze.
4: Anders hadden ze ons overwonnen en ons weggehaald uit Israël.
5: Anders hadden ze ons verslagen en bestonden we niet meer.
6: Dank de Heer! Hij liet onze vijanden niet overwinnen.
7: Wij zijn aan hen ontsnapt, zoals een dier ontsnapt aan de jager. Onze vijanden probeerden ons te grijpen, maar wij zijn weggevlucht.
8: De Heer is machtig, hij helpt ons altijd. Hij heeft de hemel en de aarde gemaakt.
Uitleg bij Tekst
V1-5 Het Volk verkeerde in Groot Gevaar
Het volk van God wordt hier opgeroepen om God te eren voor hun bevrijding. Ze moeten letten op het volgende:
- De boosaardigheid die mensen kunnen hebben, waardoor ze tot de rand van de ondergang waren gebracht. Er was misschien slechts maar een kleine stap tussen hen en de dood. Men zegt ook vaak “Hoe wanhopiger de ziekte lijkt te zijn, des te meer komt de vaardigheid van de arts naar voren die er in slaagt je te genezen.” Hoe groot was de redding van God dan niet om hen van de dood af te houden en te redden! Toen het gevaar er aankwam, waren het mensen die het tegen hun eigen soort opnam en zelfs uit waren op hun vernietiging. Van mensen zelf zouden we menselijkheid moeten verwachten, echter zijn er mensen die hun intenties echt onmenselijk en gruwelijk zijn. Maar wat was er dan zo gaande bij deze mensen die het volk van Israël volledig wouden vernietigen? Welke hevige woede had hen zo tegen hun gekeerd v3)? Hun woede was blijkbaar zo groot dat er niets minder was dan heel het volk van Israël kapot te maken en te vernietigen… dat was het enige waar ze nog mee bezig waren. Hun woede werd ontstoken als vuur dat klaar was om Israël te verteren. Ze waren trots en goddeloos en door hun hoogmoed vervolgden ze het volk van God. Daar zal zeker de Duivel weer hebben achtergezeten die een soort jaloersheid of diepe onvrede naar boven liet komen bij deze mensen om hun woede aan te steken. Deze mensen konden misschien niet snappen hoe dit arme volk toch een vrede over hun dankzij God die zij niet hadden. Hoe dit volk eigenlijk een spiegel van henzelf toonde en zagen dat ze niet waren zoals ze moesten zijn. Een grote confrontatie van zichzelf die ze in het volk zagen dat ze niet aankonden. En in plaats van spijt te tonen en zichzelf te veranderen, wouden ze liever deze spiegel die het volk hun voorhielt vernietigen. Om zo niet te hoeven kijken elke dag naar hun eigen grote zonden. De duivel is listig.
Als we ook kijken naar hoever het gewaar ging, dan ging dit echt wel tot de mogelijke uitroeiing van gans het volk van Israël. Dit had dus kunnen gebeurd zijn als de vijand nog een kleine stap verder had kunnen gaan als God niet voor hun wonderlijke redding had gezorgd. Je kan het hier bijna vergelijk met de genocide van de Joden tijdens de 2de Wereldoorlog. In Vers 3 lezen we dat ze hadden kunnen opgegeten worden als een lam opgegeten wordt door een leeuw. Niet enkel geveld en achtergelaten, maar volledig opgegeten en verteerd zodat er niets van rest zou zijn overgebleven. Ze waren dus bijna levend verslonden en in één hap snale opgegeten, zonder dat ze het misschien wel hadden beseft. Een andere vergelijking die ze geven: “Zehadden moeten worden overstroomd als de lage gronden door een landvloed of het zand door een hoog springtij.” Misschien zelfs net zo als een Tsunami ineens alles meeneemt op het land (v4-5).
Er staat geschreven dat het water over hen heen zou gestroomd zijn. Maar over wat van hen zou het gestroomd zijn? Over hun ziel, hun leven, hun comfort van leven, over alles wat hun waarschijnlijk dierbaar was. In de Goede Nieuws Bijbel staan de verzen zo geschreven
“4: Dan hadden de wateren ons overspoeld en was een woeste stroom over onze ziel gegaan, 5: dan waren de onstuimige wateren over onze ziel gegaan.”
God laat de vijanden van zijn volk soms zeer ver overheersen, en het lijkt of hij ze helpt of hen bijstaat, maar dat is soms maar voor één reden. Zodat zijn eigen macht des te meer zal schijnen in de verlossing van zijn volk. De vijanden zullen dan ook des te meer zijn eer ineens moeten erkennen
2. De psalm toont hier de goedheid van God. Hij verloste hen van een onmogelijke situatie waarin ze bijna compleet uitgeroeid waren. Hij gaf hun niet over aan hun prooi. God was aan hun zijde en Hij nam zijn deel op om hen te helpen. Hij was met hun en niet enkel voor hun, maar onder hun en leidde het volk uit de verwoesting die bijna over hen kwam. En hun redding is enkel en alleen dankzij God wiens kracht zoveel sterker is dan eender welke mogelijke vijand. De vijanden waren volledig overmachtigd door de kracht van de Heer die hun plannen opeens allemaal van tafel veegde. Daarom moet het volk wiens God, God, Jehova is, blij zijn. Een al voorzienende God voor zijn volk. Daarom moet Israël en iedereen die gered is door God, dankzij zijn zoon Jezus, het uitroepen dat het enkel allemaal door HEERE is. “Als de Heere niet bij ons was geweest, zeg dat toch, kinderen van hem, als de Heere niet bij ons geweest was, dan zouden we niet meer levend zijn”. Dankzij Hem hebben we leven gekregen!
Vers 6 – 8
Hier krijgen we door de psalmist David meer inzage in de groote van de bevrijdiging die God voor zijn volk bekrachtigde.
- “Geloofd zijn de Here”. Het hart van Israël mag vergroot worden in de dankbaarheid naar hun God die hen redde. God is eigenlijk altijd de auteur van alle bevrijdingen die ze meemaakte, en daarom moeten ze Hem ook blijven loven. We verwaarlozen Hem als we Hem hier niet voor danken. En bovendien is het verplicht dat je Hem dankt want hij zorgde voor de bevrijding wanneer er geen sprankeltje hoop meer was. Het volk werd bevrijd als een lam uit de tanden van een jaagbeest. Met andere woorden God heeft hen niet als prooi gegeven aan hen. Het jaagbeest kan hier direct uit verstaan dat zij niet de leiding hebben, maar God die kracht heeft over hen en beslist wat er gebeurt en alles kan doen keren. Waardoor het jaagbeest hopelijk ook mag beseffen dat als hij eten kreeg en een prooi, het dankzij God was. Ze werden bevrijd als een vogel, uit de strik van een vogelvanger. De vijand kan soms zeer subtiel te werk gaan op een hatelijke manier: ze leggen vallen voor God’s volk, zodat ze zouden vervallen in zonde en moeilijkheden, en zodat ze hen daar ook kunnen houden. Denk maar aan drugs, alcohol, seks, … hetgeen iemand tot verslaving kan drijven. Het ziet er soms naar uit dat ze deze mensen die ze gevangen hebben dat deze inderdaad helemaal zijn afgevallen. Kijk maar naar sommige drugsverslaafden die alles doen om aan drugs te komen, hier alles voor over hebben. Ze komen in een val te zitten en zijn zo onmachteloos als een kleine vogel gevangen in een vogelstrik. Echter op dat moment, als iederen het al heeft opgegeven en geen enkele vriend nog in de buurt is, grijpt God in en verlost Hij hen van zijn vijanden. En niet alleen bevrijd Hij hen, hij zorgt er ook nog voor dat de vijand met een mond vol tanden staan en laat ze in volle dwaasheid achter. Zo komt het dat een drugsverslaafde bijvoorbeeld die helemaal aan de grond is, plots een Goddelijke ontmoeting heeft en van de ene dag op de andere van zijn verslaving af is. Dankzij de kracht en grootte van God die alle situaties ten goede gebruikt om zijn mensen te redden. Dank u Heer!
- Vers 8: “Onze hulp is in de Naam van de Heere, Die hemel en aarde gemaakt heeft”. Jou hart en het hart van anderen mogen bemoedigd worden door de trouw die God heeft laten zijn in gevaren. One hulp is in de naam van Here! David heeft ons geleerd om afhankelijk te zijn van God voor hulp aan onze persoonlijke noden alsook de noden van het ganse volk. Het is een troostende gedachte aan allen die hun geloof en verlangen in de God van Israël leggen dat dit ook de God is die de wereld heeft gemaakt. En daardoor zullen er ook kerken blijven in deze wereld van Hem, en deze kerken zullen overleven tijdens periodes van groot gevaar en chaos. Laat ons daarom ons geloof volledig in Hem leggen, ons vertrouwen in Hem, zodat we steeds gered mogen worden door onze grote God.
Samenvatting
De Heer staat aan uw zijde als mensen u willen verslinden (v1-3), als de omstandigheden u lijken te doen verdrinken (v4-5), en als de satan probeert u te strikken (v6-8).
Gewoonlijk kunnen we de toorn van mensen wel zien, en we kunnen het voelen aankomen als de omstandigheden ons dreigen te overweldigen. Maar de strikken van de satan zouden ons kunnen vangen als we niet voorzichtig zijn. Door zijn dood, opstanding en hemelvaart heeft Jezus Christus ons niet alleen bevrijd van de strikken, maar Hij heeft de strikken verbroken, en ze zullen ons nooit meer vangen tenzij we dat toelaten.
We zijn zo vrij als een vogel, dus gebruik uw vleugels van geloof en leef in de hemelse gewesten!