Psalm 131 – Ik Ben Veilig bij de Heer

Bijbeltekst

1: Een pelgrimslied van David.

HEER, niet trots is mijn hart,
niet hoogmoedig mijn blik,
ik zoek niet wat te groot is
voor mij en te hoog gegrepen.

2: Nee, ik ben stil geworden,
ik heb mijn ziel tot rust gebracht.
Als een kind op de arm van zijn moeder,
als een kind is mijn ziel in mij.

3: Israël, hoop op de HEER,
van nu tot in eeuwigheid.

Bijbel in Gewone Taal

1: Een lied van David. Voor de reis naar Jeruzalem.

Heer, ik voel me niet beter dan anderen,
ik denk niet dat ik belangrijk ben
of dat ik alles kan.

2: Nee, ik ben rustig en stil,
ik voel me veilig bij u,
zoals een kind in de armen van zijn moeder.

3: Israël, vertrouw op de Heer,
nu en altijd!

Uitleg

Deze psalm is geschreven door David in toont zijn nederigheid. De psalm is nederig opgesteld en dankt God voor zijn genade. David wil niet vervallen in zijn eigen groot doenerij. Men denkt dat hij deze psalm heeft geschreven in de tijd dat Saul en zijn leger achter David aangingen en hem afschilderde als een ambitieuse grote man die dacht dat hij de God’s koning zou zijn en zich zo groter wou stellen aan iedereen omdat hij kickte op zijn grootheidswaanzin dat in zijn hart zat. Dat is wat Saul en zijn mannen probeerden rond te bazuinen, goed diep wetende waarschijnlijk dat die beschuldiging op David eerder in henzelf zat dan in David. David blijft nederig en rustig en prijst God, gaat op zoek naar die God in een nederige houding.

David ging niet voor het grote. Hij was ok voor elke opdracht en situatie die God hem gaf. En door deze houding moedigde hij het goede in het volk aan om ook God te vertrouwen zoals hij deed.

Er zijn waarschijnlijk veel mensen die het moeilijk zullen hebben met het bidden van deze psalm en om het over hun tong te krijgen om te zeggen: “ik denk niet dat ik belangrijk ben en dat ik beter ben dan de anderen.” “Ik zoek niet het grote.” Kijk op sociale media en zie hoeveel mensen hunkeren om groote te zijn, anders, belangrijk… het zit in onze diepe zonde. En David die zich groot mocht voelen, want uitverkoren voor God, ging voor het kleine en afhankelijkheid van God en vaststaand in wat God hem gaf. Niet David maar God deed het.

Bid deze psalm en leg je status af en blijf nederig in alles en prijs God die via zijn genade jou alles geeft. Bid dat hij ons die nederige houding in alles geeft om zo God groot te maken. Een lied van graden van David.

Vers 1 – 3: Ik ben veilig bij de Heer

In deze psalm staan zaken die ons rust en troost kunnen geven.

Vers 1: Bewustzijn van onze integriteit. David kon zich hier in verheugen. Zijn haart getuigde dat hij nederig wandelde met God ondanks alle gevaren en perikelen waarin hij verbleef alsook de verleidingen die hij tegen kwam. Hij verlangde niet om groot aanzien te hebben, een grote carriere, om gezien te worden als een grote belangrijke figuur in de wereld. Moest God hem enkel geroepen hebben om zoals vroeger enkel bij zijn schapen te zijn waar de wereld niets zou weten van zijn afkomst, hij zou er vreugde in gevonden hebben. In 1 Samuel 17:28 zien we hoe zijn broer hem beschuldigd van hoogmoed, overmoed, slechtheid. Maar deze beschuldiging was onterecht. God, die ons hart doorzoekt, weet hoe we zijn.

“Toen Eliab zijn oudste broer, hem tot die mannen hoorde spreken, ontstak Eliab in woede tegen David en zei: Waarom ben je eigenlijk gekomen en onder wiens hoede heb je die paar schapen in de woestijn gelaten? Ik ken je overmoed en de slechtheid van je hart wel, want je bent gekomen om het vechten te zien.” – 1 Samuel 17:28

Nederige personen kunnen niet zo goed en vol over hunzelf denken zoals anderen dat wel over hen denken. Nederige personen zijn niet verliefd op hun eigen schaduw. Nederige personen verhogen zichzelf niet voor wat ze gedaan of bereikt hebben in het leven. De liefde van God die regeert in hun hart maakt al deze zelf-liefde teniet. Als je een hoogmoedig hart hebt dan kijk je met jaloerheid en nijd naar diegenen die boven je staan en kijk je met afgunst naar zij die onder je staan. Een hoogmoedig hart zorgt voor een hoogmoedige blik op de wereld en mensen.

David zoekte niets dat de groot was voor hem. David bestuurde het woord en ging niet voor studies die misschien groter waren dan hij aankon. Hij deed wat hij kon met wat God hem van talent had gegeven. Het is zelfs zo dat het leren en kennen van God en je doel in je leven al een groot genoege inspanning is voor ons. Je moet bidden en wijsheid zoeken dat je je bezig houdt met dat wat je aankan en je niet de mengen met zaken waar je eigenlijk niets van weet. Dat zou hoogmoed zijn. Net als de hele coronacrisis van 2022 – 2022 te beheren en beslissingen te nemen, zonder dat je eigenlijk iets afkent van virussen of biologie.

Het woord “hart” in deze vers: als westerlingen spreken wij over het hart, hoofd en handen als aanduiding voor je gevoelens, kennis en motoriek. Maar de oosterling spreekt daar over nieren, hart en wandel. Waarbij je dus de zin ook kan vertalen in: “niet trots is mijn wandel.”

Vers 2: David kon zich ook goed verzoenen met elke situatie waarin God hem plaatste. Hij is kalm gebleven zoals een kind kalm is als het op de schouder van zijn moeder wordt gebalanceerd. Zo voelde David zich bij God. Ondanks de situatie voelde Hij zich veilig geborgen bij Hem en accepteerde Hij de situatie zoals ze was, wetende dat Zijn Vader voor hem zorgde. God had hem koning gemaakt van een groot koninkrijk. Echter daar ging David zich niet zot over maken, hij had evengoed onrustig kunnen zijn en zich afvragen waar dat koningschap dan blijft in de situaties die hij doorgaat. Hij zou zich hebben kunnen afweren van God en als een stout kind er alles aan doen om zijn koninkrijk te krijgen. Nee, David wachtte af en onderging alles wetende dat de belofte van God komt op Zijn tijd en hij beschermd wordt door hem. David blijft nederig zoals God ons geleerd heeft.

“Ik verzeker jullie: als je niet verandert en wordt als een kind, dan zul je het koninkrijk van de hemel zeker niet binnengaan. Wie zichzelf vernedert en wordt als een kind, die is de grootste in het koninkrijk van de hemel.” – Mattheus 18:3-4

We moeten als kinderen worden, vertrouwend op hun ouders met een kinderlijk geloof en vertrouwen in de Heer.

David bleef ook onverschillig tegenover de weelde en eer, krediet die de wereld kan bieden, net als een kind enkel oog heeft om zijn melk te krijgen uit de borst van de moeder en al de rest onbelangrijk is. David wilde voedsel van Zijn Heer. Hij werd terug een kind en kalmeerde zichzelf zoals een kind dat gevoed wordt aan de borst: kalm en gefocust en veilig voelende. Een kind zal op een dag ook geen borstmelk meer nodig hebben en genoeg gevoed zijn om sterker eten te eten en te groeien. Zo is het ook met het woord van God, we moeten het opzuigen zoals een kind en dus met een kinderlijk geloof, en het doen groeien in ons en dan opnieuw doorpluizen op andere manieren, en de Bijbel opnieuw lezen en lezen…

Als onze situatie niet overeenkomt met wat er in ons hoofd afspeelt, dan moeten we wat er zich in ons hoofd afspeelt terugbrengen naar onze situatie. Dan vinden we onszelf makkelijker terug alsook de rust.

Vers 3: Heb vertrouwen in de Heer. Dit is wat God aan heel Israëm aanbeveeld, gebaseerd op zijn eigen ervaring. Laat Israël hopen op de HERE. Laat hun dit doen voor altijd, hopen op hun Heer. Hoewel David geduldig en rustig kon wachten op zijn koningschap en alle situaties onderging, kon het wel zijn dat het volk van Israël misschien zelf stappen zou nemen in plaats van af te wachten op hun nieuwe koning. Hij maant hen dus aan om ook rustig te blijven en af te wachten. Ze moeten hopen op de Heer en dan zullen ze wel tekenen van veranderingen zijn op Zijn tijd. Het is goed om te hopen en rustig af te wachten op de redding van de Heer.

Als een Baby, Als een Kind

De meeste kinderen verzetten zich tegen het afwennen van de borst, omdat ze de speciale aandacht van moeder en het gevoel van veiligheid graag nog langer hebben. Kinderen beseffen niet dat de traumatische ervaring van het spenen de eerste stap is naar de volwassenheid en de vrijheid.

Van de geboorte tot de dood is het leven een reeks van ontwenningen, maar God neemt nooit iets van u af zonder er iets beters voor terug te geven. U kunt huilen en proberen het verleden vast te houden, maar God leidt u liefdevol naar de toekomst.

Gespeende kinderen ontdekken wie ze zijn en wat ze kunnen. Hun hart is rustig en ze hebben geen enkel verlangen om terug te gaan naar hun babytijd. Ze leven voor de toekomst en kijken uit naar de speciale dingen die er komen voor opgroeiende kinderen. Ze leren te gehoorzamen, want alleen dan kunnen ze ten volle genieten van alls wat de Vader voor hen heeft.

Naarmate u tot rijpheid komt in de Heer, moet u leren afleggen ‘wat van het kind was’ “Toen ik een kind was, sprak ik als een kind” (1 Kor 13:11) Als God u iets laat afwennen, wees dan niet verdrietig: Hij heeft er iets beters voor in de plaats.

Mijn Tekening

Psalm 130 – Een Lied uit de Diepte

“Hope in the LORD’s Forgiving Love”

Bijbeltekst

1: Een pelgrimslied.
Uit de diepte roep ik tot u, HEER,

Heer, ik ben wanhopig

2: Heer, hoor mijn stem,
wees aandachtig, luister
naar mijn roep om genade.

3: Als u de zonden blijft gedenken, HEER,
Heer, wie houdt dan stand?

4: Maar bij u is vergeving,
daarom eert men u met ontzag.

De Heer bevrijdt ons

5: Ik zie uit naar de HEER,
mijn ziel ziet uit naar hem
en verlangt naar zijn woord,
6: mijn ziel verlangt naar de Heer,
meer dan wachters naar de morgen,
meer dan wachters uitzien naar de morgen.

7: Israël, hoop op de HEER!
Bij de HEER is genade, bij hem
is bevrijding, altijd weer.

8: Hij zal Israël bevrijden
uit al zijn zonden.

The Message

1-2: Help, God – the bottom has fallen out of my life! Master, hear my cry for help!
Listen hard! Open your ears!
Listen to my cries for mercy.

3-4: If you, God, kept records on wronddoings,
who would stand a chance?
As it turns out, forgiveness is your habit,
and that’s why you’re worshipped.

5-6: I pray to God – my life a prayer –
and wait for what he’ll say and do.
My life’s on the line before God, my Lord,
waiting and watching till morning,
waiting and watching till morning.

7-8: O Israel, wait and watch for God –
with God’s arrival comes love,
with God’s arrival comes generous redemption.
No doubt about it – he’ll redeem Israel,
buy back Israel from captivity to sin.

Uitleg bij Bijbeltekst

Deze psalm is volledig gericht op de zaken die zich afspelen in de ziel. Ze wordt gerekend tot één van de zeven boetepsalmen. Deze psalmen werden gebruikt door boetedoeners, biechtelingen, voor hun toegang tot de kerk. De psalmist drukt hier het volgende uit:

  1. Zijn verlangen naar God (vers 1 en 2)
  2. Zijn berouw naar God toe (vers 3 en 4)
  3. Zijn aanwezigheid aan God (vers 5 en 6)
  4. Zijn verwachtingen van God (vers 7 en 8)

Zoals een gezicht in het water een gezicht beantwoord, zo zal het hart van een nederige zondaar ook zijn naar een ander toe. Een lied van graden.

Vers 1 – 4: Heer, Ik ben Wanhopig

Vers 1: We leren in deze verzen dat hoe erg onze toestand ook mag zijn, hoe diep je ook mag zitten, blijf roepen om God. Zelfs de beste, goede mensen kunnen zich in ontzettende diepts bevinden, in groot gevaar en kwelling, niet meer wetende wat te doen, in diepe nood en wanhoop, waarbij de geest op het laagste pitje zit en in donkere gedachten, verder wegzinkend. Maar in dergelijke diepten, mogen we weten dat we een voorrecht hebben dat we naar God mogen roepen en Hij ons zal horen. Een gebed raakt altijd tot in de hemel, hoe diep je ook zit. Kijk maar naar Jeremia die in een kerker was opgesloten, Daniel uit het hol van de leeuw en Jonah uit de buik van een vis. Het is zelfs onze plicht en voor ons eigen goed dat we naar God moeten roepen, omdat dit de enige echte manier is om niet verder in de diepte te zinken. Omdit dit ook de enige manier is om hersteld te worden uit die miserabele toestand.

Terwijl we verder naar God roepen en wachten op een antwoord van Hem, kunnen we bidden zoals David hier in vol geloof doet.

Vers 2: “Heer, hoor mijn stem.” Hoor naar mijn klachten en gebed. “Wees aandachtig en luister” naar de stem van mijn kwellingen en luister ook “naar mijn roep van genade”.

Vers 3: We leren hier ook uit de psalm dat we ons nederig moeten opstellen tegen de gerechtigheid van God en ook erkennen dat we zelf schuld hebben. Dat we onmogelijk alles kunnen goed praten wat we ooit gedaan hebben. “If you, God, kept records on wronddoings,
who would stand a chance?” We kunnen onszelf niet verantwoorden voor onze zonden tegen over God of ons verdedigen dat we niet schuldig zijn. We zijn schuldig door het feit dat zonde in ons als mens zit en we deze in alle nederheid moeten afleggen voor hem. We moeten erkennen dat God machtig en rechtvaardig is. Moet hij nooit vergeten, vergeven wat wij als mens allemaal doen, dan zou er totaal geen hoop meer zijn voor de mensheid. Er zou geen herstel meer zijn, we zouden steeds verder in diepte zakken als mensen omdat we geen vergeving zouden vinden. Het oog van God kan in elk goed mens iets vinden dat niet rechtvaardig is. Zelfs de meeste goede persoon op aarde. We kunnen onszelf niet helpen, we zouden niet stand kunnen houden en zouden verloren zijn. Moest God echt handelen voor elke misstap die we begaan en daar strikt in zijn, we zouden al niet meer leven. Moest hij alles opschrijven waarbij we fouten, zonde maakten en niet leefden volgens zijn wetten – die goed zijn voor ons – dan zouden we serieus over de schreef al zijn gegaan in zijn boek en zou hij ons eeuwig bijna moeten straffen en schrappen uit zijn boeken. Welke hoop zouden we dan nog hebben?

We mogen ook het geduld van God bewonderen. We zouden allen allang dood zijn moest hij ons berechten op de zaken die we fout doen en waar we in zondigen. En God weet en ziet wat we fout doen, en toch is Hij geduldigd en vol genade zodat we niet verloren gaan.

Vers 4: We moeten God eerbieden met ontzag, in alle nederigheid, om te tonen dat we weten dat we slecht bezig zijn en Zijn genade nodig hebben. De schrijver erkent hier de Genade van God en pleit ervoor wetende dat hij zondaar is: “Maar bij u is vergeving”. Die vergeving van God, die in hem is door die genade, is hetgeen wij nodig hebben. Hij is de enige die de zonde kan vergeven: Hij is genadig en vergevingsgezind. Hij heeft ons beloofd dat hij de persoon zal vergeving als deze berouw toont ervoor. Nooit heeft er iemand ondervonden dat God hem niet vergeven heeft, we mogen dus zijn goedertierenheid en genade ervaren. Hij kent ons, wacht op ons en ziet wanneer we echt berouw hebben. Onder ons als mensen is er ongelijkheid en doen we zonden, en daarom is het goed voor ons dat er bij Hem vergevingsgezindheid is. Jezus Christus is de grote verzoening, de losprijs die God zelf heeft betaald voor ons; Jezus is altijd bij Hem, als pleitbezorger voor ons, en door hem hopen en kunnen we vergeving te verkrijgen.

“Maar bij u is vergeving, daarom eert met u met ontzag.” Ook wordt geschreven “… vreest met God”. Daar begint alles uit de vrees, maar ook wetende dat hij vergevingsgezind is als hij ons hart echt ziet vol berouw. Het is een aanmoediging dat we inderdaad om vergeving vragen telkens opnieuw diep in ons hart voor onze zonden en we deze in alle nederigheid voor God neerleggen. Hij is genadevol en vergevingsgezind. En door ons berouw en onze zonden afleggen, moeten we terug naar die vreze van God gaan omdat daar het begin is van alles om niet meer te zondigen. We moeten een heilige aanbidding hebben en onderwerping aan God zijn geduld en vergeving.

“Dan zullen ze weer verlangen naar de HEER, hun God, en hun koning David; en uiteindelijk keren ze vol ontzag terug naar de HEER en zijn zegen”. Hosea 3:5

We mogen dus de voordelen van vergeving ontvangen die bij God is als we dat voordeel ook zien in de heilige vrees voor Hem.

Vers 5 – 8: De Heer bevrijdt ons

De Psalmist verbindt zich vanaf deze verzen ertoe om enkel te vertrouwen in God en op Hem te wachten.

Vers 5,6: De schrijver stelt zich volledig afhankelijk op van God en wacht op de Heer en kijkt naar Hem uit. Hij verwacht van Hem rust en comfort, wetende dat die komen zal, verlangend ernaar, maar is ook geduldig om daar op te wachten. Hij verwacht niet dat iemand anders het doet, en gaat niet op zoek naar iets anders, Hij wacht geduldigd op Hem en weet en vertrouwt volledig op God. Zijn ziel ziet uit naar Hem, die ziel weet dat die van God vergeving en genade kan ontvangen en dit zoveel kracht geeft.

De schrijver stelt zich dus afhankelijk van God maar ook op zijn woord. “Ik verlang naar zijn woord”. Zijn woord is waar we mogen op hopen en niet op onze eigene creatieve magische verbeelding. We mogen ook op Hem hopen omdat het in zijn woord staat. Hij beloofd het in zijn woord en dit is niet enkel vanuit een gedachte of als we goede werken hebben gedaan en dit dus zouden verdienen. Neen, zijn woord beloofd het en daarmee is het betrouwbaar.

We zien ook hoe sterk hij zich afhankelijk stelt van God. Hij verlangt naar de Heer meer dan de wachten naar de morgen. Iedere dag komt de morgen en dat weten we en vertrouwen we, en nog meer dan dat vertrouwen, weet Hij dat God er zal zijn voor Hem. Hij is sterker overtuigd dan te weten dat er terug een ochten komt. God’s verbond is standvastiger dan de gewoontes van dag en nacht. Want deze dag en nacht zullen ooit ten einde komen, terwijl het verbond eeuwig is. De psalmist kijkt zeer verlangend uit naar God. Schildwachters die de wacht hielden op de muren keken uit naar de ochtend voor aflossing om verlost te worden van de zware taak. Maar deze man verlangt nog meer dan hen naar de goede tekenen van God zijn genade. Hij zal direct God zien of horen alvorens dat er iemand maar zelfs ontdekt dat de ochtend al begint. Zo verlangt Hij naar God dat alles in Zijn teken staat en zijn zintuigen op alles gericht zijn om het te zien.

’s ochtends hou ik stille tijd. En zo zou het ook moeten zijn om naar die stille tijd met God uit te kijken alvorens het morgen wordt. Ik weet dat ik die stille tijd nodig heb, maar soms ben ik te moe en raak ik niet uit bed. Maar ik wil worden net als deze David van de Psalm, die al uitkijkt naar die stille tijd en vroeg opstaat alvorens het ochtend is om ook Gods woord te horen en zijn woord te doorgronden. Het bouwt zo fel op en zelf weet ik dat ik dit voedsel nodig heb.

Vers 7,8: Hij bemoedigd het volk van God om afhankelijke te zijn van Hem en in Hem te vertrouwen. “Israël, hoop op de Heer!”. Er zijn twee redenen hiervoor:

  1. God is een vergevende en genadevolle God. Hij is de vader van vergeving. Vergeving is in Hem. Genade is in Hem. Dit is niet alleen doordat hij dit uit nature al is, maar dat hij ook licht is en dat het zelf Zijn verlangen is om zo te zijn. Die genade zit helemaal vervat in gans Zijn denken, Zijn werk en Zijn adviezen.
  2. Het evangelie toont dat die vergeving, genade en redding van de mensheid ook in Hem zit. Die redding gaat over de redding van de zonde, van alle zonde, en het kan dus niet anders dat Jezus Christus die eeuwige redding bracht want Hij was God en dat is zijn natuur. Hij redde gans zijn volk van de zonde. Alle ongelijkheid wordt hierdoor van tafel geveegd en zorgt dat het ongoddelijke weggeworpen wordt. Hij verlost ons van de kracht en macht van de zonde die ons bepaalde dingen laat doen, die we niet horen te doen. Die redding en vergeving is oneindig groot bij God. Zijn genade is genoeg voor allen op aarde, voor elke van ons dus. Genoeg voor jezelf, als je gelooft. Als je verlost bent van de zonde, dan ben je ook verlost van al het andere kwaad. Het is dus een volwaardige redding, verlossing. De redding zal ook slagen op zijn Volk, op Israël, betekende op allen die een verbond met God zijn aangegaan. Zoals Israël maar ook jij als gelovige die door je vaste geloof in Jezus een verbond met God hebt.

Ondervoede Kinderen kunnen niet Slapen

Na de oorlog waren er veel kinderen zonder oudes gevallen en die op straat leefden en elke dag moesten te zien overleven. Ze werden opgenomen in kampen waar ze een bed kregen en eten. De kinderen konden echter niet slapen ’s nachts en waren altijd doodmoe en in stress. Niet wetende wat doen, zij er een dokter, leg voor het slapen gaan op hun nachtkastje hun ontbijt al klaar. En sindsdien sliepen ze als een roos. Ze wisten dat ze eten zouden krijgen de volgende ochtend en dus niet op hun hoede en vol stress moesten zitten hoe ze morgen weer gingen overleven.

Zo is het ook bij God… Hij zorgt voor ons. We mogen rusten ’s nachts in onze storm, want hij zorgt weer voor ons de volgende dag en zal ons geven wat nodig is.

Samenvatting Psalm 130

Als u nadenkt over deze psalm, zie uzelf dan in vier verschillende situaties en ontdek wat het betekent te vertrouwen op de genade van de Heer.

  • In de diepten (v1-2). De diepten van de wanhoop overweldigen u. U verdrinkt, en alles wat u kunt doen is roepen tot God. Hij hoort en redt u!
  • In het gerechtshof (v3-4). U staat terecht, komt te staan tegenover uw zonden, en hebt geen verweer. De Rechter betaalt de boete, en u wordt vergeven!
  • In het donker (v5-6). U wacht geduldig, maar het lijkt nooit morgen te worden. Maar de zon komt op en God geeft u de dageraad van een nieuwe dag!
  • Op de slavenmarkt (v7-8). U bent een slaag, gebonden door uw eigen zonden, en u staat op het punt uzefl te verkopen aan een verschrikkelijke meester. Maar de Redder komt, koopt u en maakt u vrij!

Wat een verlossing hebt u!

Overdenking in Tekening